woensdag 17 december 2014

MAARTEN HOOGENDIJK: EEN ANDERE CONTEXT

Maarten Hoogendijk is beeldende kunstenaar.

DIT IS KUNST: De vorige keer dat we je spraken, zei je dat je verder wilde studeren, Je was bezig om toegelaten te worden tot een master-opleiding. Is dat inmiddels gelukt?

MAARTEN HOGENDIJK: Ik studeer sinds september aan de Dirty Art Department van het Sandberg Instituut in Amsterdam.

DIT IS KUNST:  Voldoet dat aan je verwachtingen?

MAARTEN HOGENDIJK: Jazeker, de Dirty Art Department heeft 22 studenten uit landen als Portugal, Frankrijk, Amerika, Turkije, Duitsland, Polen en Hongarije. De vorige keer dat ik jullie sprak had ik het over de voordelen van studeren. Een daarvan is dat je gebruik kunt maken van allerlei onderwijsfaciliteiten. Het Sandberg Instituut heeft wat dat betreft veel te bieden. Het grootste voordeel is dat je '24/7 'het gebouw in kan. Je kunt gebruik maken van de werkplaatsen van de Rietveld Academie  en je ontmoet hier allerlei mensen met hun specifieke ideeën, kennis en talenten. Gisteren en vandaag bijvoorbeeld, heeft Martin Heller hier gesproken en rondgelopen. Hij is een Duitse advocaat die zich voornamelijk bezighoudt met aan kunst gerelateerde zaken. Als er een groot geding is in de kunstwereld, dan kan je er vanuit gaan dat hij degene is die gebeld wordt. Hij is onder andere een expert op het gebied van juridische regels waar kunstenaars in de openbare ruimte mee te maken hebben. Je kunt als kunstenaars door die regels gehinderd worden, maar Heller kan je ook vertellen hoe je er gebruik van kunt maken. Voor het soort werk waar ik nu mee bezig ben, bestemd voor de openbare ruimte, is dat zeer nuttig. Ik pitchte een paar ideeën en hij kon mij precies vertellen hoe ik de regels kon buigen en wat de mogelijke juridische consequenties zouden zijn. Of hij zei simpelweg, 'je krijgt een boete', of, 'Je wordt waarschijnlijk opgepakt, maar lang kunnen ze je niet houden.' En dat is handig. Dat soort mensen - de stimulans die van ze uitgaat en wat je van ze kunt leren - is natuurlijk fantastisch om mee te krijgen. Als je niet studeert, is het niet zo gemakkelijk om mensen als Heller in contact te komen. Nu word je voorgesteld en krijg je min of meer vanzelf een zeer divers en internationaal netwerk. 

DIT IS KUNST: Een van je werken op de Kunstvlaai van 2014 was een tentje op het water. In onze ogen is het een romantisch werk dat de belichaming lijkt van herinnering, melancholie en verlangen. Volgens ons ben jij een romantische kunstenaar bij uitstek, iemand die telkens zijn huis verlaat in de hoop bij toeval de wonderen van de wereld te ontmoeten. Hebben we gelijk?

MAARTEN HOOGENDIJK: Ik ben een romantisch mens, dat is waar. Dat tentje is ook wel meteen het meest romantische werk dat ik ooit heb gemaakt.
De titel 'this is the closest I can get… missing you..' zegt denk ik genoeg. Ik zie mijn romantische inborst overigens niet als een slechte eigenschap. Je kunt romantisch zijn naast andere dingen die je doet. Mijn studie hier is er juist op gericht om kunst en kunstenaarschap verder te ontwikkelen en zeker verder dan de romantische kunstopvatting en het romantische kunstenaarschap.

DIT IS KUNST: Daar wilden we net over beginnen. Er bestaat zoiets als het romantische kunstenaarschap en ook zoiets als het moderne kunstenaarschap, dat zich daar in de twintigste eeuw tegen afzette. Er is ongetwijfeld ook zoiets als een post- of laatmodern kunstenaarschap, dat zich daar dan weer tegen afzet.  Er zijn zelfs stemmen die zeggen dat alle drie in de eenentwintigste eeuw achterhaald zijn en dat het tijd wordt voor een nieuw soort kunstenaar. Wat vind jij daarvan?

MAARTEN HOOGENDIJK: De Dirty Art Department biedt kunstenaars en ontwerpers de gelegenheid om te onderzoeken of er voor hun discipline nieuwe toepassingen zijn. Het gaat om het scheppen van een andere dan de gebruikelijke context voor kunst, alternatieven die een toekomst bieden, artistiek, maar ook maatschappelijk en economisch. Ik heb in Arnhem een tamelijk traditionele opleiding gehad tot vrij kunstenaar. De horizon van die opleiding is de expositieruimte en de galerie. Je kunt je echter afvragen of het bestaande kunstcircuit van kunstruimtes, galeries, beurzen en musea nog een toekomst heeft. Als je de conclusie trekt dat het bestaande kunstcircuit zijn langste tijd gehad heeft, zul je op een andere manier kunst moeten bedrijven, op andere plekken, met andere middelen met een ander vocabulaire, voor een ander publiek. Wat die andere context en de andere middelen voor beeldende kunst zouden kunnen zijn, is het onderwerp van onderwijs en onderzoek aan de Dirty Art Department. Dat is voor buitenstaanders niet altijd eenvoudig te begrijpen overigens. In het kader van de Dirty Art Department is er bijvoorbeeld een project waarbij een pand is gekraakt, PostNorma. In dat pand wonen nu 6 kunstenaars/ontwerpers. Er, is een exporuimte die ook gebruikt wordt als werkplaats en voor workshops. Er is een ruimte voor lezingen en presentaties en vorig weekend heeft een tweedejaarsstudent met een vriend die ontwerper is een galerie geopend die Deborah Bowmann heet. Het tot stand komen van het pand en het zoeken naar publieke bestemmingen, is in feite het 'werk'. Of je dit wilt bestempelen als 'kunst' of 'design' is niet belangrijk. Dan zou het namelijk weer binnen de traditionele context en de traditionele opvattingen vallen.  En daar proberen wij nu juist aan te ontsnappen.

Meer over dit onderwerp:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.