dinsdag 5 november 2013

ROB SCHOLTE ANTWOORDT: AUTONOME KUNST IS EEN HARDNEKKIG WAANIDEE

Beeldend kunstenaar Rob Scholte komt op 31 oktober naar Arnhem om te spreken. Hij wordt op 1 juni 1958 geboren in Amsterdam. Van 1977 tot 1982 studeert hij aan de Gerrit Rietveld Academie. Zijn eerste shows maakt hij bij kunstenaarsinitiatief W139. Werken van Scholte zijn in 1987 te zien op de Documenta in Kassel. In 1990 richt hij het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië in. Zijn grootste opdracht, begin jaren negentig, is een 1200 vierkante meter grote wand- en plafondschildering met bijhorende mozaïekvloer in de replica van Huis Ten Bosch in Nagasaki. Scholte woont bijna 20 jaar in het buitenland, eerst in Brussel en dan op Tenerife. In 2003 keert hij terug naar Nederland. Vooruitlopend op zijn komst naar Arnhem beantwoordt Rob Scholte een aantal schriftelijke vragen van DIT IS KUNST.

DORIS BOERMAN: LINDY, LINDSY, BRITNEY, BEVERLEY

Doris Boerman behaalde in 2012 haar bachelordiploma Grafisch Ontwerpen aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.

DIT IS KUNST: Je laat donderdag een sculptuur zien met de titel Lindy, Lindsy, Britney, Beverly. De sculptuur lijkt zowel te refereren aan het Modernisme als aan de popcultuur en het daarbij behorende uiterlijke vertoon. Je lijkt door het gebruik van bepaalde materialen ook nadruk te leggen op de tegenstelling tussen enerzijds het natuurlijke en anderzijds het onnatuurlijke en de overdrijving, een stijlmiddel waarvan de popcultuur zich vaak bedient. Kunnen we zeggen dat jij de popcultuur beschouwt als een rijke bron van inspiratie?

DENNIS VAN VREDEN: ビヨンセ! BIYONSE


Dennis van Vreden (1987) studeerde grafisch ontwerpen aan Artez in Zwolle en behaalde een Masterdiploma aan de afdeling Media Design and Communication van het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Dennis was bereid om, voorafgaande aan zijn komst naar Arnhem op donderdag 31 oktober en zijn optreden met de installatie ビヨンセ! Biyonse, een aantal vragen te beantwoorden.

DIT IS KUNST: De bijeenkomst van DIT IS KUNST op 31 oktober gaat over de vraag hoe kunst zijn relevantie kan behouden. Moeten kunstenaars aan het begin van de eenentwintigste eeuw verder gaan met wat hun voorgangers al deden, of moeten ze alles vergeten wat ze op de kunstacademie hebben geleerd en een voorbeeld nemen aan de massacultuur? Of jij nu voor het een of het ander kiest, laten we even in het midden, maar gesteld kan worden dat massacultuur en popcultuur een rol spelen in je werk. Je bent er niet vies van. Heeft dat te maken met het feit dat je zelf een popfan bent en van de infantiele en escapistische kanten daarvan geen geheim maakt?

JOHANNES OFFERHAUS

Johannes Offerhaus werd in 1993 geboren in Amsterdam en groeide op in Den Haag. Na het behalen van zijn VWO-diploma met het profiel Natuur en Techniek, meldde hij zich aan voor de opleiding Modevormgeving in Arnhem. Hij is op dit moment tweedejaarsstudent.

DIT IS KUNST:Wat laat je zien op donderdagavond 31 oktober?

JOHANNES OFFERHAUS: Dat verklap ik niet. Het gaat over mode en techniek. Kom maar kijken.

JOSHUA SNELL: IMITEREN IS LEREN

Joshua Snell (Huizen, 1991) behaalde een bachelordiploma Liberal Arts & Sciences met als specialisatie neurowetenschappen aan de Universiteit van Utrecht. Op dit moment volgt hij het mastersprogramma Cognitive Neuropsychology aan de Universiteit van Amsterdam. Op donderdag 31 oktober 2013 geeft hij tijdens de avond van DIT IS KUNST een korte lezing met de titel: Spiegelen in de Kunst en Spiegelen in het Brein.

ANAN STRIKER: OPVRETEN EN UITKOTSEN

Anan Striker studeerde deze zomer af aan de afdeling Vrije Kunst/Fine Art van Artez in Arnhem.

DIT IS KUNST: Je houdt een soort lezing op donderdagavond 31 oktober 2013. Wat ga je doen?

ANAN STRIKER: Een handleiding toereiken. Een beetje van mijzelf en een beetje van Magie.

DIT IS KUNST: Goed, ik zal niet verder proberen te vissen. We zien het op de avond zelf wel. Laten we het hebben over het onderwerp van de avond. Dat is, kort samengevat, de vraag hoe kunst als discipline fris en relevant kan blijven. Moet je daarvoor de kunstgeschiedenis het raam uit gooien of is het verleden van de kunst een onontbeerlijk bestanddeel van de toekomst ervan? Ik neem aan dat je daar wel een standpunt over hebt. Vind jij het werk van je voorgangers van belang en heb je dat ook serieus bestudeerd?

DONDERDAGAVOND 31 OKTOBER: WAT JE ZEGT BEN JE ZELF




Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is vaak beweerd dat in de kunst alles al is gedaan. Die bewering lijkt niet onterecht. Toch wordt hij door de kunstwereld en het kunstonderwijs ogenschijnlijk genegeerd. Wordt het echter niet tijd om aan de constatering dat alles al is gedaan een conclusie te verbinden?

31 OKTOBER 2013: WAAR GAAT HET OVER?

In het augustus- en septembernummer van het kunsttijdschrift Metropolis M wordt het de kunstenaar nog eens ingepeperd. Hoofdredacteur Domeniek Ruyters stelt dat hij jonge kunstenaars niet benijdt. In de kunst is alles al eens gedaan. Herhaling is onvermijdelijk. Als de kunstenaar dat zelf niet in de gaten heeft, dan wel het publiek en de critici.

Dat alles al is gedaan, is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw door de kunstkritiek vaak naar voren gebracht. Dat het nu, door de hoofdredacteur van het nationale vaktijdschrift zelf, wordt herhaald, is daarom niet minder alarmerend. Als alles al eens gedaan is, waarom houden we er dan niet mee op? Doorgaan met het maken van kunst vraagt om een verklaring, een standpunt, maar welk? Wat zeggen kunstenaars en vooral jonge kunstenaars over het feit, of het vermeende feit, dat de kunst van nu een herhaling van zetten is?