dinsdag 5 november 2013

JOSHUA SNELL: IMITEREN IS LEREN

Joshua Snell (Huizen, 1991) behaalde een bachelordiploma Liberal Arts & Sciences met als specialisatie neurowetenschappen aan de Universiteit van Utrecht. Op dit moment volgt hij het mastersprogramma Cognitive Neuropsychology aan de Universiteit van Amsterdam. Op donderdag 31 oktober 2013 geeft hij tijdens de avond van DIT IS KUNST een korte lezing met de titel: Spiegelen in de Kunst en Spiegelen in het Brein.

DIT IS KUNST: Kun je kort uitleggen waar je het op donderdagavond 31 oktober in Arnhem over gaat hebben?

JOSHUA SNELL: Bij de vraag of imitatie in de kunst onvermijdelijk en/of onwenselijk is, kijken we natuurlijk op macroniveau naar ontwikkelingen in de kunstwereld, maar we kunnen ook inzoomen op het imiterende individu. Ik zal vanuit neurowetenschappelijk oogpunt vertellen wat kunst betekent of kan betekenen voor het brein, en wat imitatie daarbij voor rol speelt.

DIT IS KUNST: Denk je, dat jonge kunstenaars door andere kunstenaars na te doen, de ontwikkeling van hun eigen kunstenaarschap zouden kunnen bevorderen?

Joshua Snell (eerste rechts)
JOSHUA SNELL: Ik denk dat dat mogelijk is. Want imiteren is leren en dit zal ik 31 oktober toelichten. Imitatie kan op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van het eigen brein. Je zou kunnen zeggen: hoe meer de kunstenaar gemaakt heeft, hoe meer de kunstenaar kan, en imitatie biedt wellicht de snelste weg tot het maken van kunst. ‘Het eigen kunstenaarschap’ wordt in deze zin dan wel uitgedrukt in handvaardigheid of techniek ; maten als uniciteit, die misschien op macroniveau in de kunstwereld belangrijk worden geacht, zijn vanuit neurowetenschappelijk oogpunt lastiger te definiëren.

DIT IS KUNST: In de popmuziek is het niet vreemd als fans hun ster, wat betreft kleding of gedrag, onbeschaamd imiteren. In de kunst ligt dat ingewikkelder. Er heerst nogal een individualiteitscultus. Kunstenaars hebben een eigen stijl, een eigen onderwerp, een eigen handschrift etc. Kunstliefhebbers en kunstdeskundigen hebben allemaal hun eigen hoogst individuele kennis en smaak. Maar kun je als neurowetenschapper zeggen dat individuen in neurologische zin echt bestaan of is individualiteit en individualistisch gedrag iets wat we van elkaar leren door het na te doen?

JOSHUA SNELL: Het is natuurlijk een ironisch idee dat we individualistisch gedrag van elkaar zouden kopiëren. In neurologische zin bestaat individualiteit absoluut, want het brein is nog veel unieker dan bijvoorbeeld een vingerafdruk. We hebben bijvoorbeeld allemaal een unieke verzameling van netwerken in het brein, en deze verzameling wordt ‘slechts gedeeltelijk’ beïnvloed door genen. Ondanks de uniciteit van het eigen brein vertonen we toch vaak hetzelfde gedrag als mensen in onze omgeving, en hier zijn biologische verklaringen als ‘overlevingsdrang’ voor. De groep is over het algemeen sterker dan het individu.
           
DIT IS KUNST: Waar komt individualiteit in de kunst dan vandaan?

JOSHUA SNELL: Dat is misschien geen overlevingsdrang in biologische zin, maar overlevingsdrang in economische zin en dat zou kunnen leiden tot competitie in plaats van groepsgedrag. Ik kan me best voorstellen dat uniciteit in economische zin een gunstige vraag- en- aanbodverhouding voor de kunstenaar betekent, maar als neurowetenschapper sta ik daar verder buiten. Wel zou een neurowetenschapper kunnen stellen dat een kunstwerk in strikt neurologische zin pas uniek is als niemand anders dan de kunstenaar in staat zou zijn dit kunstwerk te reproduceren. Dit is het enige scenario waarin de uniciteit van een kunstwerk samenvalt met de uniciteit van het brein dat dit kunststuk geproduceerd heeft. Voor de neurowetenschapper is individualiteit in de kunst dus best lastig voor te stellen; niet omdat alles al gemaakt is, maar omdat het lastig voor te stellen is dat een kunststuk door niemand anders gereproduceerd zou kunnen worden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.